De boeiende geschiedenis van
het clublied “Nao veure Fortuna”
Hans Wijnands en Martin Pfeifer zijn samen met Wim Clerx de drie langst zittende leden van de in 1974 opgerichte Sittardse Sjtadskapel ’t Trumke en ’t Tröötje. Dit Zittesj hermenieke trakteerde de Fortunasupporters in het stadion gedurende vele seizoenen op vrolijke klanken. Hans en Martin brachten voor een interview over de geschiedenis van het alom bekende clublied “Nao veure Fortuna” een bezoek aan het Fortuna Museum.
Hans Wijnands is in 1976 en 1977 begonnen met het schrijven van vastelaovesleidjes. In 1978 werd de 24-jarige lid van ’t Trumke en ’t Tröötje. Nog in hetzelfde jaar kwam hij op het idee om een Fortunaliedje te schrijven. In eerste instantie dacht hij aan “Hup Fortuna” op basis van het destijds bekende melodietje van de Duitse schlager “Rucki Zucki”. Het zou uiteindelijk iets heel anders worden. Om precies te zijn op 20 oktober 1978 trok Hans zich met zijn trompet terug op zijn kamer om zich te concentreren op een apart liedje. Dezelfde avond componeerde hij “Nao veure Fortuna” en zette de noten en de tekst in klad op papier.
Kort daarop wendde de muzikant zich met zijn creatie tot het toenmalig Fortunabestuur. Onder het motto: “We hebben een eigen clublied nodig”. Trainer Castenmiller, manager Boekhorst en bestuurslid Ad Pfennings bogen zich over het idee van de componist en uiteraard de kwaliteit van het nummer. Van het genoemde drietal wist zeker Ad Pfennings van wanten, aangezien hij in het Sittardse als een gerenommeerde liedjesschrijver gold. Nadat ook het bestuur van de voetbalclub alle seinen op groen zette, was het voor iedereen duidelijk dat “Nao veure Fortuna” het in zich had om uit groeien tot “dé stadionkraker”. De club was enthousiast en zou de volledige medewerking verlenen.
Op 25 november 1978 vonden in de studio van Jan Theelen te Munstergeleen twee opnamen plaats. Eerst van “Nao veure Fortuna”, vervolgens van “Biet mèr in de paeperkouk” voor de B-kant van het grammofoonplaatje. Voor deze ongeveer 2 x 3 minuten muziek werd in de studio van 10.00 tot 19.00 bijna onafgebroken gemusiceerd. Liefst negen uur! Voor de zang werd de Marottezanger Chris Maas aangetrokken, de muzikale begeleiding zou worden verzorgd door het in 1977 opgerichte huisorkest van Fortuna SC , bestaande uit muzikanten van ‘t Trumke en ’t Tröötje” en de Verkesblaoze. Slechts twee dagen na de muziekopnamen viel aan het selectie-elftal van Fortuna SC de eer te beurt om als zangkoor in de opnamestudio “Nao veure Fortuna” in te zingen samen met de zangformatie Alouette” als achtergrondkoor.
Op 17 december 1978 vond de “doopplechtigheid” van het nieuwe clublied plaats in stadion De Baandert. Dat gebeurde voor de aanvang van de thuiswedstrijd tegen SC Heerenveen. Het huisorkest begeleidde de meezingers van het clublied vanaf de overdekte zittribune. Aan alle toeschouwers was de tekst van het liedje uitgedeeld, zodat iedereen kon meezingen. Chris Maas was opnieuw van de partij en zong het lied voor. Het publiek aarzelde niet en zong “Nao veure Fortuna” direct uit volle borst mee. De feestelijke stemming vóór het wedstrijdbegin heeft ongetwijfeld bijgedragen aan de 3-0 winst van Fortuna SC op SC Heerenveen…
De vestigingen van V&D in Sittard en Geleen hadden de verkooprechten van het 45-toeren plaatje gekocht. Dit betekende dat V&D de opname- en productiekosten voor haar rekening nam, de single liet produceren en á 6 gulden ging verkopen.
Op 30 december 1978 startte de verkoop van de grammofoonplaat bij V&D Geleen, V&D Sittard volgde even later. Bij de drukbezochte presentatie gaf het huisorkest van Fortuna acte de présence. De voetballers Huub Pfennings, Hans Engbersen en Joop Titaley kwamen handen tekort om handtekeningen te zetten op de platenhoezen. De eerste twee oplagen van elk 500 stuks waren binnen enkele dagen uitverkocht. Historisch werd de uitwedstrijd van Fortuna SC tegen Heerenveen op 8 november 1998. Voorafgaand aan dit duel speelde ‘t Trumke en ’t Tröötje midden op de grasmat eerst het Fries volkslied, daarna klonken de geliefde klanken van het “bronsgroen eikenhout” en tot slot “Nao veure Fortuna”. Het enthousiasme en de staande ovatie van het Friese publiek waren hartverwarmend. Ook de voetballers bleven die middag vriendelijk voor elkaar. Heerenveen had geen kind aan Fortuna en won met 2-0 en nam voor het eerst de koppositie in de eredivisie over.
In 1980 werd “Nao veure Fortuna” opnieuw uitgebracht, nu met een kleine correctie in de tekst, omdat de naam Fortuna SC intussen veranderd was in Fortuna Sittard. “Fortuna SC” werd omgezet in “Fortuna olé”. Jan Theelen zorgde wederom voor vakwerk. Chris Maas en het huisorkest van Fortuna zetten weer hun beste beentje voor.
En jawel: net als bij de verkoop van de eerste uitgave in 1978 waren de eerste twee persingen van de vernieuwde versie in een mum van tijd uitverkocht. De krachtige slogan “Nao veure Fortuna” blijkt onsterfelijk te zijn.
Tekst: Wil Beckers, 29 juli 2020
Hans Wijnands en Martin Pfeifer in het Fortuna Museum